-
De laatst
verwerkte actualiteiten worden met blauwe tekst weergegeven.
-
De actualiteiten
worden (mogelijk met enige vertraging) ook verwerkt in de digitale edities van
de zakboeken op Navigator
(online informatieportal van WoltersKluwer voor juridische, fiscale, financiële
en overheidsprofessionals), vrij bereikbaar voor o.m. politie en rechterlijke
macht.
-
Zie voor
verkrijgbaarheid van de zakboeken de WoltersKluwerShop.
Wet- en regelgeving
3.33 Inwerkingtreding
Benelux-politieverdrag per 01-10-23 ter
vervanging van het Beneluxverdrag grensoverschrijdend politieel optreden (zie
ook het zakboek Wetteksten). Trb. 2018, 160.
4.7 Art. 285d
Sr (doxing). Wetsvoorstel strafbaarstelling van
gebruik persoonsgegevens voor intimiderende doeleinden, tevens genoemd als
vh-misdrijf in art. 67 Sv, inwerkingtreding 01-01-24 (Stb. 2023, 280). Zie voor tekst met
bespreking Zakboekenpolitie/Doxing.html
Jurisprudentie
3.15 Onrechtmatige
handeling door niet-opsporingsambtenaar. HR 12-09-23,
ECLI:NL:HR:2023:1159 (inzet peilbaken door particulier recherchebureau).
3.27 Confrontatie/identificatie/herkenning. 'In de
opsporingspraktijk is het gebruikelijk dat de voorschriften uit het ‘Besluit
toepassing maatregelen in het belang van het onderzoek’, dat betrekking heeft
op confrontaties in persoon, analoog worden toegepast bij de uitvoering van een
fotobewijsconfrontatie (hierna: foslo). Daarnaast heeft de politie, ter
bevordering van de betrouwbaarheid van het onderzoeksresultaat, ten aanzien van
de uitvoering van foslo’s richtlijnen en instructies vastgesteld (Richtlijnen
Meervoudige Fotobewijsconfrontatie (BIN001059) en Werkinstructie Meervoudige
Fotobewijsconfrontatie). De constatering dat deze standaarden niet zijn
nageleefd, hoeft niet direct te leiden tot de conclusie dat sprake is van een
vormverzuim als bedoeld in art. 359a Sv (MH: zie 3.9). Wel kan de rechter tot
het oordeel komen dat een herkenning onrechtmatig is verkregen indien de bij de
foslo gehanteerde werkwijze onverenigbaar is met een eerlijke procesvoering.
Dit is in het bijzonder het geval als de werkwijze strekte tot beïnvloeding van
de getuige. Daarnaast dient de rechter zich uiteraard een oordeel te vormen
over de betrouwbaarheid van de eventuele herkenning, waarbij het voor de hand
ligt dat zij het al dan niet naleven van de inhoud van de normen uit de
standaarden uit het Besluit, de Richtlijnen en de Werkinstructies in haar
beoordeling zal laten meewegen'. Hof Amsterdam 05-06-23,
ECLI:NL:GHAMS:2023:1286.
3.33 Internationale rechtshulp
opsporing in
buitenland onder verantwoordelijkheid van buitenlandse autoriteiten;
opsporing in
buitenland onder verantwoordelijkheid van Nederlandse autoriteiten;
in welke gevallen
is een machtiging van de RC vereist;
enkele
opmerkingen over gebruik verkregen informatie in andere onderzoeken en over
Richtlijn 2002/58/EG en Richtlijn (EU) 2016/680;
equality of arms
en beoordeling van verzoeken tot voegen stukken bij processtukken en verzoeken
tot verkrijgen van inzage in stukken;
mogelijkheden
voor verdediging om rechtmatigheid bewijsverkrijging te onderzoeken.
HR 13-06-23, ECLI:NL:HR:2023:913 (EncroChat en
SkyECC, met noot Reijntjes
in NJ 2023/279).
3.35 Optreden op basis van art. 3 Politiewet 2012. Ter beveiliging
vergezellen gemeenteambtenaar ter controle vergunningsvoorwaarden (waarbij
hennepkwekerij ontdekt werd). Hof Arnhem-Leeuwarden 13-02-23,
ECLI:NL:GHARL:2023:1253.
3.57 Demonstratierecht /
dwangmiddelen / vervolging / art. 10 en 11 EVRM en art. 94 Grondwet. Lokaalvredebreuk in de
vorm van vreedzame demonstratie. Gelet op schending van art. 10 en 11 EVRM
(vrijheid van meningsuiting, vergadering en vereniging) en art. 94 Grondwet
(toetsing aan verdragen) dient de strafbepaling buiten toepassing te blijven.
Ontslag van alle rechtsvervolging. Hof Arnhem-Leeuwarden 16-02-23,
ECLI:NL:GHARL:2023:1359.
3.58 Inwerkingtreding
nieuw Sv per 2026 niet meer realistisch.
4.13 Disproportioneel ophouden voor onderzoek. Lokaalvredebreuk in de vorm
van een vreedzame demonstratie. 4,5 uur ophouden voor verhoor en
strafrechtelijke vervolging disproportionele reactie. Hof Arnhem-Leeuwarden
16-02-23, ECLI:NL:GHARL:2023:1359.
4.45 Gedragsaanwijzing OvJ. Verwijzing naar voorbeelden
waarbij resp. wel en niet werd voldaan aan wettelijke vereisten. Rb Den Haag
28-02-23, ECLI:NL:RBDHA:2023:2284 (opruiing blokkade A12) en Rb Den Haag
28-02-23, ECLI:NL:RBDHA:2023:2286.
6.6 Verbeurdverklaring / onttrekking aan het verkeer (art. 13a
Opiumwet).
Art. 13a Opiumwet biedt geen zelfstandige of aanvullende grondslag voor
verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer van de in lijst I of II
bedoelde middelen in gevallen waarin de bepalingen van Sr verbeurdverklaring of
onttrekking aan het verkeer niet toelaten. HR 14-02-23, ECLI:NL:HR:2023:231.
6.7 Onttrekking
aan het verkeer / verborgen ruimte (art. 36c Sr)
-
Uit de voorwaarde 'dat de
betreffende voorwerpen van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit
daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang volgt dat het moet
gaan om een voorwerp waarvan de aard relevant is in die zin dat het ongecontroleerde
bezit, al dan niet in samenhang met het redelijkerwijs te verwachten gebruik
daarvan, juist in verband met die aard, in strijd is met de wet of het algemeen
belang'. HR 14-02-23,
ECLI:NL:HR:2023:225.
-
Voor onttrekking
aan het verkeer van een voertuig met een verborgen ruimte moet vast komen te staan
dat er een relatie is met een concreet strafbaar feit (alleen het aanwezig zijn
van zo'n verborgen ruimte is onvoldoende). De omstandigheden dat het een feit
van algemene bekendheid is dat dergelijke verborgen ruimtes veelal worden
gebruikt voor criminele doeleinden, zoals het vervoer van drugs, geld en/of
vuurwapens, is onvoldoende. HR 25-01-22, ECLI:NL:HR:2022:37.
6.19 Ontneming: extrapolatie. Bij schatting wederrechtelijk voordeel over langere
periode mag gebruik gemaakt worden van vaststellingen over omvang
wederrechtelijk voordeel gedurende kortere periode (referentieperiode). Bij
betwisting moet rechter schatting wederrechtelijk verkregen voordeel motiveren. HR 21-02-23, ECLI:NL:HR:2023:244.
6.20 Schatting
wederrechtelijk verkregen voordeel.
Uit de enkele omstandigheid dat de betrokkene is veroordeeld voor het aanwezig
hebben van cocaïne kan niet zonder meer worden afgeleid dat hij uit dat feit
wederrechtelijk voordeel heeft verkregen. HR 18-04-23, ECLI:NL:HR:2023:631.
9.2 Centrale
toetsingscommissie. Als in een woning
afluisterapparatuur is geplaatst zonder dat blijkt dat de CTC advies heeft
uitgebracht en zonder dat blijkt van de vereiste goedkeuring van het College
van PG's, is daarvan niet het gevolg dat het recht op een eerlijk proces (art.
6 EVRM) is geschonden, en ook niet dat sprake is van een zodanig ernstige
schending van een ander strafvorderlijk voorschrift of rechtsbeginsel dat
bewijsuitsluiting noodzakelijk is. 'Daarvoor is van belang dat het door de
verdediging gestelde vormverzuim betrekking heeft op interne besluitvorming die
voorafgaat aan het door het OM toepassen van wettelijke bevoegdheden die
verband houden met het opnemen van vertrouwelijke communicatie'. HR 28-03-23,
ECLI:NL:HR:2023:479.
9.11 Politieverkenner. Heimelijk en in burger inwinnen van informatie op
basis van art. 3 Politiewet. Rb Zeeland-West- Brabant 19-06-23,
ECLI:NL:RBZWB:2023:4133.
9.18 Als zich tussen
de met inzet van art. 126ng/ug Sv verkregen gegevens
mogelijke geheimhoudersgegevens bevinden, dient de selectie/filtering en
beoordeling daarvan plaats te vinden door de RC. Hof 's-Hertogenbosch 02-05-23, ECLI:NL:GHSHE:2023:1329
(kort geding).
9.29 Opsporingsonderzoek op internet / social media (monitoren van diverse
Sociale Media op internet). Er staat geen rechtsregel in de weg aan het
bekijken van openbare bronnen op sociale media. Als dit gebeurt door de in art.
141 Sv bedoelde personen dan biedt art. 3 Politiewet daartoe ook een toereikende
wettelijke grondslag. Hof 's-Hertogenbosch 25-01-23, ECLI:NL:GHSHE:2023:216.
10.4 Afdreiging (art.
318 Sr) en klachttermijn. 'Gelet op de aard van de feiten en
de voortdurende periode van intimidatie en manipulatie, alsmede het algemene
gegeven dat een verdachte geen profijt dient te hebben van een regeling die
strekt ter bescherming van de rechten van slachtoffers, gaat het Hof in het
onderhavige geval uit van een aanvang van de termijn op het moment waarop de
aangevers zijn benaderd door de politie'. Hof Den Haag 28-03-23, ECLI:NL:GHDHA:2023:529.
11.3 Etnisch profileren. 'De KMar is belast met het Mobiel Toezicht Veiligheid (MTV).
Het MTV heeft ten doel het bestrijden van illegaal verblijf na grensovergang.
In dat kader kan de KMar personen die net de Nederlandse grens zijn gepasseerd
staande houden om hen te vragen naar hun identiteit, nationaliteit en
verblijfsrechtelijke positie. De KMar selecteert de personen die zij aan zo’n
controle onderwerpt aan de hand van een aantal wisselende indicatoren. In
bepaalde gevallen hanteert de KMar als indicator ook persoonlijkheidskenmerken
die gebaseerd zijn op ras of etniciteit (zoals huidskleur). Dat doet de KMar
steeds in combinatie met andere indicatoren en alleen als het noodzakelijk is.
(...). Het Hof is van oordeel dat de KMar onderscheid maakt op grond van
ras of etniciteit. Gezien de ernstige gevolgen van onderscheid op grond van ras
of etniciteit mag dat onderscheid alleen worden gemaakt als daar bijzonder
zwaarwegende redenen voor zijn. Dergelijke zwaarwegende redenen heeft de Staat
niet aangetoond. Dit betekent dat de KMar zich schuldig maakt aan discriminatie
op grond van ras en dat is verboden. Het Hof verbiedt de Staat dan ook om bij
de uitvoering van MTV-controles selectiebeslissingen te nemen die (mede)
gebaseerd zijn op ras'. Hof Den Haag 14-02-23, ECLI:NL:GHDHA:2023:173.
Inmiddels is instructie aan de KMar gegeven dat geen gebruik mag worden gemaakt
van etnische kenmerken (ook niet in uitzonderlijke gevallen). Kamerstukken
30950, 328.
11.7 Vordering ex art. 160 WVW. Niet vereist is dat
een politiemedewerker het woord vorderen letterlijk gebruikt. Voldoende is
dat zodanige woorden worden gebruikt dat het voor betrokkene duidelijk is wat
hij moet doen. Hof Arnhem-Leeuwarden 26-07-23, ECLI:NL:GHARL:2023:6445.
11.16 Art. 17 Besluit
alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer strikte waarborg (schriftelijk in kennis
stellen verdachte van resultaat bloedonderzoek en recht op tegenonderzoek). 'De
enkele omstandigheid dat bij dit schriftelijk in kennis stellen de in art. 17
Besluit genoemde termijn van een week is overschreden, brengt echter niet met
zich dat die strikte waarborg niet is nageleefd. De overschrijding van die
termijn leidt immers niet tot aantasting van de betrouwbaarheid van het
onderzoek zoals bedoeld in artikel 8 lid 5 WVW 1994, tenzij vast komt te staan
dat als gevolg van de termijnoverschrijding de verdachte geen reële
mogelijkheid meer heeft gehad om het tegenonderzoek te doen uitvoeren'.
HR 14-02-23, ECLI:NL:HR:2023:180 (met noot Vellinga in NJ 2023/148).
Nieuwe paragraaf
3.57 Demonstratierecht / dwangmiddelen / vervolging
/ art. 10 en 11 EVRM.
3.58 Inwerkingtreding
nieuw Sv.
Wet- en regelgeving
10.6 Art. 240c Sr (voorbereidingshandelingen
seksueel misbruik met kinderen). Inwerkingtreding 01-07-23 (Stb. 2023, 198).
14.12 Art. 285d
Sr (doxing). Wetsvoorstel strafbaarstelling van
gebruik persoonsgegevens voor intimiderende doeleinden, tevens genoemd als
vh-misdrijf in art. 67 Sv, inwerkingtreding 01-01-24 (Stb. 2023, 280). Zie voor
tekst met bespreking Zakboekenpolitie/Doxing.html
15.1 Verhoging strafdreiging doodslag (art. 287
Sr) naar vijfentwintig jaar. Inwerkingtreding 01-07-23 (Stb. 2023, 222).
29 Gewijzigd wetsvoorstel seksuele
misdrijven (wijziging van Sr en andere wetten in verband met de modernisering
van de strafbaarstelling van verschillende vormen van seksueel
grensoverschrijdend gedrag). Datum inwerkingtreding onbekend, mogelijk al in
2024. Kamerstukken 36222.
Jurisprudentie
4.5 Zwaar lichamelijk letsel. Tinnitus (oorsuizen),
vermoedelijk permanent. Hof 's-Hertogenbosch 31-10-22, ECLI:NL:GHSHE:2022:3739,
Hof Arnhem-Leeuwarden 28-09-22, ECLI:NL:GHARL:2022:9877 en Rb Amsterdam
12-04-23, ECLI:NL:RBAMS:2023:2189.
5.2 Opruiing
Vrijheid van
meningsuiting (art. 131 Sr). Oproep
tot deelname aan verboden demonstraties en opruiing tot moord
Minister-president. Resp. Rb Rotterdam 20-01-23, ECLI:NL:RBROT:2023:259 en Hof
's-Hertogenbosch 25-01-23, ECLI:NL:GHSHE:2023:216.
Openbaarheid. Het
enkele feit dat er op enig moment veertien actieve deelnemers in een
Whatsapp-groep aanwezig waren is onvoldoende om te kunnen spreken van
openbaarheid. Hof Arnhem-Leeuwarden
20-01-23, ECLI:NL:GHARL:2023:528.
Opruiing door op Twitter een bericht te plaatsen met de
tekst 'Kunnen [verdachte misdrijf] & Co niet achter [politicus 1] of
[politicus 2] aangaan in plaats van [misdaadverslaggever]?'. Hof
Arnhem-Leeuwarden 07-06-23, ECLI:NL:GHARL:2023:4676.
5.13 Demonstratierecht / dwangmiddelen /
vervolging / art. 10 en 11 EVRM en art. 94 Grondwet. Lokaalvredebreuk in
vorm van vreedzame demonstratie. Gelet op schending van art. 10 en 11 EVRM
(vrijheid van meningsuiting, vergadering en vereniging) en art. 94 Grondwet
(toetsing aan verdragen) dient strafbepaling buiten toepassing te blijven.
Ontslag van alle rechtsvervolging. Hof Arnhem-Leeuwarden 16-02-23,
ECLI:NL:GHARL:2023:1359.
5.16 Computervredebreuk (art. 138ab)
-
Verdachte (die nog
student recherchekundige was) is uitgegaan van een te ruime taakopvatting.
Verdachte heeft mogelijk in disciplinair opzicht de interne regels overtreden,
maar dat betekent niet automatisch dat hij ook in strijd heeft gehandeld met
art. 138ab Sr. Wederrechtelijkheid van handelen verdachte niet wettig en
overtuigend bewezen aangezien niet met voldoende zekerheid vastgesteld kon
worden (ondanks een zeer uitgebreid (intern) onderzoek en de inzet van zeer
ingrijpende opsporingsmethoden jegens verdachte) dat de door verdachte gedane
bevragingen zijn gedaan met een ander doel dan de door hem veronderstelde
legitieme politietaak. Hof Arnhem-Leeuwarden 31-01-23,
ECLI:NL:GHARL:2023:1155.
-
Van binnendringen
(met behulp van een valse sleutel) is sprake wanneer de toegang tot een
geautomatiseerd werk wordt verschaft tegen de onmiskenbare wil van de
rechthebbende. HR 18-04-23, ECLI:NL:HR:2023:610.
9.8 Misbruik identificerende persoonsgegevens. Op naam van een ander
en zonder diens instemming een account aanmaken, waarna die ander op dat
account in een kwaad daglicht wordt gesteld met reputatieschade als gevolg. HR
11-04-23, ECLI:NL:HR:2023:531.
10.13 Misbruik kwetsbare
positie minderjarige (art. 248 lid 3 Sr: strafverzwaring bepaalde
zedenmisdrijven). De enkele omstandigheid dat het feit is gepleegd tegen een
minderjarige brengt nog niet mee dat deze strafverzwarende omstandigheid van
toepassing is. HR 04-04-23, ECLI:NL:HR:2023:486 (met noot Ten Voorde in NJ 2023/251).
14.3 Onttrekken
minderjarige aan gezag/opzicht (art. 279 Sr): art. 2 Sr (de
Nederlandse strafwet is toepasselijk op ieder die zich in Nederland aan een
strafbaar feit schuldig maakt). 'Als er - naast in Nederland gelegen plaatsen -
ook buiten Nederland gelegen plaatsen zijn die kunnen gelden als plaats waar
een strafbaar feit is gepleegd, is op grond van deze wetsbepaling vervolging
van dat strafbare feit in Nederland mogelijk, ook ten aanzien van de
gedragingen die deel uitmaken van dat strafbare feit en die buiten Nederland
hebben plaatsgevonden'. HR 13-06-23, ECLI:NL:HR:2023:855.
14.7 Stealthing geen
verkrachting wel dwang (art. 284 Sr). Verdachte had tijdens
de seks stiekem condoom afgedaan en vervolgens gepenetreerd, terwijl
slachtoffer hem voorafgaand aan de seks had laten weten dat zij geen seks met
hem wilde zonder gebruik condoom (stealthing). Vrijspraak art. 242 Sr
(verkrachting) want seksueel binnendringen zonder condoom als extensieve
wetsinterpretatie van art. 242 Sr in strijd met legaliteitsbeginsel.
Bewezenverklaring 284 Sr (dwang) want verdachte heeft door onverhoeds handelen
het slachtoffer gedwongen iets te dulden, namelijk seksueel binnendringen van
slachtoffer zonder condoom. Rb Rotterdam 14-03-23, ECLI:NL:RBROT:2023:2092.
14.7 Dwang en
klacht (art. 284 lid 2 Sr). 'In het geval dat
vervolging plaatsvindt voor dwang door bedreiging met een feitelijkheid of met
feitelijkheden, waarbij die feitelijkheid of die feitelijkheden mede bestaat of
bestaan in smaad of smaadschrift, brengt art. 284 lid 2 Sr (...) met zich dat
vervolging voor die dwang door bedreiging met een feitelijkheid of met
feitelijkheden alleen is toegestaan als tijdig een klacht is ingediend door
degene tegen wie het betreffende feit is gepleegd'. HR 17-10-23,
ECLI:NL:HR:2023:1440.
14.8 Geen bedreiging (art. 285 Sr). Gelet op concrete
omstandigheden dat verdachte in psychiatrisch ziekenhuis was opgenomen en
bedreigende taal 'in haar emotionele geestelijke toestand' respectievelijk 'in
haar ontregelde geestelijke toestand' had geuit. HR 24-01-23,
ECLI:NL:HR:2023:91 (met noot Machielse in NJ 2023/89).
14.8 Bedreiging met enig misdrijf waardoor gevaar
voor de algemene veiligheid van goederen ontstaat. Betreft de misdrijven
strafbaar gesteld in Boek 2, Titel VII Sr (art. 157 t/m 176c Sr) en dus niet
bijv. zaaksbeschadiging (art. 350 Sr). HR 30-05-23, ECLI:NL:HR:2023:808.
14.10 Belaging, ondanks korte periode (art. 285b Sr).
Berichten
van zeer dreigende aard, die kort na elkaar werden verzonden en steeds
indringender werden.HR 10-01-23, ECLI:NL:HR:2023:4.
16.5 Strafverzwarende
omstandigheden mishandeling: kind dat hij verzorgt of opvoedt als behorend tot
zijn gezin (art. 304 Sr). De opvatting dat vereist is dat verdachte feitelijk de zorg
en opvoeding van het kind op zich heeft genomen in die zin dat hij op enige
wijze zorgde voor het geestelijk en lichamelijk welzijn en de veiligheid van
het kind en/of de ontwikkeling van diens persoonlijkheid bevorderde is in haar
algemeenheid onjuist. HR 14-02-23, ECLI:NL:HR:2023:222.
21.2 Vernieling
(art. 350 Sr). Ook een goed dat al vernield
of beschadigd is kan worden vernield of beschadigd. HR 07-03-23,
ECLI:NL:HR:2023:343.
24.4 Medeplegen gewoontewitwassen van geldbedragen door computers van
rekeninghouders van banken te infecteren met 'malware' teneinde frauduleuze
overboekingen te bewerkstelligen. Dat daadwerkelijke transacties met de op
bankrekening van ‘moneymules’ ontvangen geldbedragen werden verricht door
andere, ook tot voornoemd samenwerkingsverband behorende verdachten, neemt niet
weg dat ook de bijdrage die verdachte aan de op deze fraude gerichte
samenwerking heeft geleverd van voldoende gewicht was om als medeplegen van
witwassen van de aan ‘moneymules’ overgeboekte gelden te worden aangemerkt. HR
07-03-23, ECLI:NL:HR:2023:321.
26.19 Telen medicinale
cannabis door hiv-patiënt (overmacht in de vorm van noodtoestand). De verdachte gebruikte
cannabis ter onderdrukking van misselijkheid als bijwerking van noodzakelijke
medicatie. Beroep op overmacht in de zin van een medische noodtoestand (zie 2.12) gehonoreerd: ontslag
van alle rechtsvervolging. Hof 's-Hertogenbosch 02-02-23,
ECLI:NL:GHSHE:2023:396.
27.2 Definitie vuurwapen. Er kan ook sprake kan
zijn van een vuurwapen als verschillende onderdelen van dat vuurwapen
ontbreken. HR 20-06-23, ECLI:NL:HR:2023:936 (met noot Sackers in NJ
2023/280).
28.3 Gevaar en hinder op de weg (art. 5 WVW 1994).
Waarschuwing
bandenspanning auto negeren (te laat en niet op veilige plek tot stilstand
brengen met aanrijding als gevolg). HR
10-01-23, ECLI:NL:HR:2023:21.
28.8 Besturen
tijdens OBM/ongeldigverkl./invord./enz.
(art. 9 WVW 1994). De bestuurder van wie
het Nederlandse rijbewijs ongeldig is verklaard maar die daarnaast beschikt
over een geldig buitenlands rijbewijs, kan zich ook schuldig maken aan het
strafbare feit van art. 9 lid 2, eerste volzin, WVW 1994. HR 24-01-23,
ECLI:NL:HR:2023:69.
Nieuwe paragraaf
14.12 Doxing (art. 285d Sr).
16.7 Aanhitsen dier (art. 306a Sr).
Nieuw hoofdstuk 29
Bespreking wetsvoorstel seksuele misdrijven
(wijziging van Sr en andere wetten in verband met de modernisering van de
strafbaarstelling van verschillende vormen van seksueel grensoverschrijdend
gedrag). Datum inwerkingtreding onbekend, mogelijk al in 2024. Kamerstukken
36222.
-----------------------------------------